De natuur dichtbij: Een toekomst voor de Karekiet
Algemeen
39
keer gelezen
Krimpenerwaard - Grote Karekiet, Wouwaapje, Roerdomp klinken als namen uit een ver verleden. Dat klopt ook wel. Het zijn vogels die broeden in stevig, in het water staand riet. Dat riet is door ons toedoen op de meeste plaatsen verdwenen. De NVWK en het Zuid-Hollands Landschap (ZHL) gaan daar iets aan doen.
Riet is aangepast aan een natuurlijk waterpeil. Het zaad kiemt op oevers die in het voorjaar droogvallen. Het breidt zich daarna uit richting de landkant en het groeit ook het water in. Waterbodems zijn vaak voedselrijk, er zijn weinig concurrenten dus waterriet wordt vaak veel hoger en dikker dan landriet. Echter op één voorwaarde: er moet voldoende zuurstof bij de wortels kunnen komen. Door water gaat de zuurstoftoevoer veel trager dan door lucht. Daar komt nog eens bij dat afstervende rietstengels en ander plantenmateriaal langs een oever juist zuurstof verbruiken. Met een natuurlijke waterpeil is dat geen probleem: in de zomer is het peil doorgaans laag, komt het plantenmateriaal in contact met lucht en vergaat het snel door bacteriële afbraak. Door de hoge waterstand in de winter spoelt strooisel uit de rietkraag. In getijdengebieden gebeurt dat nog steeds. Daarom staat er nog prachtig waterriet langs de Lek. Maar in de Krimpenerwaard en in bijvoorbeeld de Reeuwijkse Plassen is het waterpeil juist andersom: in de winter houdt het Hoogheemraadschap (HHSK) het peil laag om overvloedige regenval op te kunnen vangen. In de zomer is het peil hoger voor een goede grasgroei voor onze koeien. Daardoor hoopt het strooisel zich op en sterft het waterriet af. De plassen waren vroeger een bolwerk van het wouwaapje. In 1995 broedden er nog 25 Grote Karekieten, spreeuwgroot maar de zang kon je tot een kilometer horen. Dat is niet meer: met het waterriet zijn die nu bijna allemaal verdwenen.
Het ZHL en het HHSK brengen het natuurlijke waterpeil terug in een deel van Polder de Nesse. De NVWK gaat daar begin juli riet aanplanten. Op kleine schaal, maar je moet ergens beginnen.
Meer natuur op nvwk.nl, reacties naar column@nvwk.nl.