Kim Bengtsen schrijft Club Vlinder
Algemeen
36
keer gelezen
Arie van Driel werkte 30 jaar als journalist bij het AD maar wilde ook wel eens iets anders schrijven. Al in 1986 gaf hij de erotisch getinte bundel ‘Blote bovenarmen’ uit, maar in 2010 begon hij officieel als schrijver met zijn bundel met levensverhalen over Capelse wethouders en raadsleden. Dit boekje werd in dat jaar tijdens de gemeenteraadsverkiezingen door de gemeente uitgereikt aan de vertrekkende en de nieuwe politici. Op 25 mei a.s. verschijnt Club Vlinder, het thrillerdebuut van Kim Bengtsen (pseudoniem voor schrijver/dichter Arie van Driel).
Door Annemarie van der Ploeg
Capelle - “Als journalist was ik bezig met schrijven, research doen en mensen interviewen. Maar ik wilde ook wel eens iets anders doen, dus ging ik korte verhalen voor bundels schrijven om ervaring op te doen. Het is beslist geen do, re mi, fa, sol, weer een velletje vol. En dan ga je de uitdaging aan om een boek te schrijven. Er komt echt heel veel bij kijken, maar dat is juist het leuke, de uitdaging. Een boek schrijven duurt gemiddeld een jaar en dan is er nog een maand of zes nodig voor de redactie, de uitgever en de vormgever.”
In overleg met zijn uitgever, Ambilicious, werd afgesproken dat voortaan de boeken onder het pseudoniem Kim Bengtsen worden geschreven. Van Driel: “Dit om verwarring, zoals dat nu al onder de lezers en de bezoekers van mijn voordrachten gebeurt, te voorkomen. Ik ben ook gelegenheidsdichter en tussen twee titels door druk met het schrijven van gedichten. Eind van dit jaar verschijnt er ook een gedichtenbundel van mij met de titel OPPA!.”
“Tim, hoofdpersoon in Club Vlinder, is fan van Kim Bengtsen, rechercheur uit een Netflix-serie, die bepaalde dingen op haar eigen manier oplost. Zij spookt door Tim’s hoofd met de vraag: “Hoe zou zij dit hebben opgelost?” En dan geeft zij hem in zijn hoofd antwoord. Als lezer kun je je afvragen: ‘Is de schrijver Bengtsen misschien de politievrouw Bengtsen?’ Het boek heeft een cover die de mensen nieuwsgierig zal maken, zodat de kans dat het boek wordt opgepakt en de achterflap wordt gelezen, groter is dan bij een duidelijke plaat.”