Wat gebeurt daar allemaal onder de grond?
Algemeen
70
keer gelezen
Capelle - Stichting Natuurvrienden Capelle aan den IJssel en omgeving (SNC) schrijft regelmatig over de natuur in Capelle. Deze keer gaat het over wat er allemaal onder de grond gebeurt, waar de mollen huizen.
Dat er alom mollen aanwezig zijn, zien we aan de vele molshopen. Niet alleen in het stedelijk milieu, maar ook in natuurgebieden, behalve op de Waddeneilanden. De mol is aangepast aan het ondergrondse leven. Met zijn grote voorpoten graaft hij een gangenstelsel met een doorsnede van 5 cm. De overtollige grond werkt hij met zijn achterpoten naar boven tot een molshoop. De grond moet niet te zanderig zijn, want dan storten de gangen snel in. De korte fluweelachtige haren kunnen in alle richtingen buigen, waardoor hij zonder weerstand snel achteruit kan lopen in de gangen. Hoe groot het gangenstelsel van een mol is, hangt af van de hoeveelheid voedsel in de grond. Zijn menu bestaat voor het grootse deel uit regenwormen. Soms zijn er te veel om meteen op te eten. Hij legt dan een voorraad aan, door de kop van de wormen af te bijten zodat zij niet meer ontsnappen, maar nog wel een tijdje in leven blijven. Verder staan er schadelijke insectenlarven op zijn menu zoals engerlingen (meikever), emelten (langpootmug) en ritnaalden (kniptor). De mol eet geen plantenwortels of knollen en bollen, maar planten kunnen door het graven wel beschadigd worden. Door gebrek aan voedsel zijn er bijna geen mollen in duinen en naaldbossen.
Mollen leven op zichzelf in hun ondergrondse gangenstelsel. In de paartijd, van februari tot april, gaan de mannetjes via ondiep gegraven gangen, de mollenritten, op zoek naar het territorium van een vrouwtje. Na de paring graaft het vrouwtje een nestkamer, soms te zien door de aanwezigheid van een extra grote molshoop. De 3-4 jongen worden door het vrouwtje grootgebracht en na een paar maanden het nest uitgezet. Ze scharrelen dan bovengronds op zoek naar een eigen territorium. Wel gevaarlijk want zo zijn ze een makkelijke prooi voor vossen, roofvogels, reigers, hermelijnen en wezels.