Vraagtekens bij invloed raad Algeracorridor
capelle • Dat de plannen voor de Algeracorridor leven, bleek wel uit het feit dat er zeven insprekers waren bij de commissievergadering over dit onderwerp. Wat verder opviel was dat de rol van de gemeenteraad bij besluitvorming binnen Capelle ter sprake kwam.
De commissie, bestaande uit raads- en burgerraadsleden, liet haar licht schijnen over de voorkeursvariant van het Capelse college: 1b accent. Maar ook over het 'voorsorteren' van het college met het uitspreken van een voorkeur. Diverse commissieleden, waaronder Henry Oudshoorn (SGP), Lisette Feuth (D66) en Jolanda den Engelsman (CDA) haalden aan dat rond de plannen met de Algeracorridor een raadsbesluit uit 2019 geldt; de raad zou besluitvormend over de plannen vergaderen, maar lijkt het nu te moeten doen met een consulterende rol. Volgens wethouder Rik van Woudenberg is het in de verkennende fase nog te vroeg voor besluitvorming vanuit de gemeenteraad. "Voor nu geldt de consultatie als basis voor het gesprek met het MIRT en de minister", aldus de portefeuillehouder. "We zijn in het totaalpakket onderdeel van het MIRT." De wethouder benadrukt dat zelfs wanneer het raadsbesluit gevolgd wordt, dit misschien een andere keuze kan zijn dan de minister of het MIRT als totaal. In het MIRT zitten in totaal zeven betrokken partijen.
Met zeven partijen moeten dus knopen worden doorgehakt over de toekomst van de Algeracorridor. Volgens Gerrit Spruit (Leefbaar Capelle) is het normaal dat "wij als raad 100 procent zeggenschap hebben over hoe wegen in Capelle ingedeeld worden. Ik kan me niet anders voorstellen dan dat het zo gaat."
De wethouder deed op verzoek van commissieleden de toezegging dat hij de belangrijke punten vanuit Capelle mee zal nemen naar de gesprekken.
Naast de rol van de gemeenteraad in de sluitvorming ging het vooral over alternatief 1b accent zelf. De gemene deler is dat het een complex dossier is en er nog veel onderzocht moet worden voor de daadwerkelijke beslissingen vallen. Geen van de partijen lijkt extra asfalt te willen, en er moet geen sprake zijn van extra belasting door fijnstof en geluid.
Twee andere alternatieven zijn bij voorbaat afgevallen. De alternatieve 2a en 2b zijn volgens de wethouder te duur, maar zijn ter illustratie meegenomen.
Huub Lakerveld