Afbeelding
Foto: Aangeleverd

Column - Ook Capelse jeugd is bang voor Poetin

Algemeen

In de wachtruimte van het IJsselland Ziekenhuis zitten twee scholieren die dit jaar eindexamen doen. Althans, dat valt waar te nemen uit het gesprek dat zij voeren, met elkaar, dat letterlijk voor alle aanwezigen is te volgen, niks geen privacy. 

“Eigenlijk is het allemaal best enorm eng wat daar in die oorlog gebeurt. Ik begin met de dag angstiger te worden. Binnenkort examens en dan zouden we daarna gaan feestvieren aan de Turkse kust, maar daar zitten veel Russen, dus dat wordt ook niks. Eerst die rotcorona en nu dit weer.” 

De vriendin knikt instemmend. “Ja, het gaat daar goed fout. Al mijn teamgenoten zijn angstig, sommigen slapen slecht en zien geen toekomst meer voor zich. Alles wordt superduur. Ergens op kamers of eigen huisje is er sowieso niet meer bij. Sparen is het enige wat je nog kunt doen, maar voor wat? Stel dat die mafkees van een Poetin een kernbom gooit, dan gaat die straling overal naar toe. Zijn wij toch ook mooi weg. Kiev is maar 1950 km hier vandaan!”. 

Er valt een stilte. Dan gaat de eerste verder. “Het is toch niet te geloven. Stel dat Aboutaleb het Riviumgebied wil hebben want dat ligt precies tussen Rotterdam en Capelle in. Kralingse Veer is immers weer van Rotterdam. En hij verwoest dat hele gebied om dat stukje grond, dat is toch ondenkbaar? Dat Rivium moet toch worden verbouwd, maar dat zou belachelijk zijn.”
“Wat die Poetin doet is egotripperij. Laten zien wie hij is. Ik denk dat hij ernstig ziek is en zich zo de geschiedenisboeken in wil schrijven, als overwinnaar, heerser. Maar uit wat ik begrijp gaat het niet snel genoeg dus zal hij wel ergere dingen inzetten.”

Weer valt er een ijzingwekkende stilte. “Heb je al gehoord dat een van de jongens uit onze klas daar wil gaan vechten? Hij speelt altijd Call of Duty en wil het nu in het echt beleven.”
Het andere meisje kijkt opzij. “Bij mijn broer in de klas heeft er een zelfmoord gepleegd en een ander is al vetrokken om mee te strijden. Als mensen uit Afrika of Syrië de oorlog ontvluchtten vonden veel mensen dat het gelukszoekers waren. Nu staan opeens duizenden vrijwilligers klaar om te helpen. Ook wel bijzonder!”

Cor Hulsbus