Annemiek schiet elke zaterdag raak

CAPELLE • Zelf heeft de 54-jarige inwoonster van Capelle aan den IJssel nooit gevoetbald. Sterker nog: ze baalde als thuis de televisie werd aangezet voor Studio Sport. “Maar dat was toen,” glimlacht ze. “Sinds een paar jaar staan mijn weekenden in het teken van vv Capelle en Sparta. Ik ben helemaal om.”

Een jaar of elf geleden kwam ze voor het eerst bij vv Capelle. Haar man werd gevraagd om er een jeugdelftal te gaan trainen. Niet veel later werden ook Annemiek’s dochters Mandy en Kim lid van de vereniging en kreeg Annemiek het verzoek of ze als teamleider wilde gaan fungeren. “Vanaf dat moment zat ik er middenin. Tot twee jaar geleden heb ik de ploeg begeleid. In de tussentijd was ik ook al begonnen als fotograaf op de club. Het begon allemaal toen mij gevraagd werd om bij een wedstrijd van het JO 15-team van mijn man tegen ASWH wedstrijdplaatjes te schieten. Dat was een goede reden om mijn spiegelreflexcamera mee te nemen, want daarmee kun je actiemomenten in het veld ‘bevriezen’. Met een pockettoestel krijg je dat niet voor elkaar. De beelden zagen er mooi uit en van het een kwam vervolgens het ander. Niet veel later wilden de jongens dat ik een elftalfoto van ze maakte. Ook die zag er aardig uit”, lacht Van Dillen.

Haar roem snelde Van Dillen vooruit. Reden voor de club om haar te verzoeken om ook bij wedstrijden van het eerste elftal de camera ter hand te nemen. “Dat was in 2018”, vertelt ze. “De vaste fotograaf Fred was ermee gestopt en men wilde graag dat ik het ging overnemen. Het leidde ertoe dat ik inmiddels alweer een paar seizoenen uit en thuis van de partij ben bij Capelle 1 en soms ook foto’s lever aan Het Kontakt IJssel en Lekstreek. Doe ik met veel plezier. De rest van de zaterdag loop ik rond op het sportpark en fotografeer ik ook bij andere teams, soms vier op één dag. Het is leuk om te doen en het wordt gewaardeerd. Ik probeer altijd zoveel mogelijk spelers op beeld te zetten, zodat ze allemaal wat te kijken hebben als de foto’s op de Capelle-site worden geplaatst.”

Fotograferen doet ze al sinds haar negende jaar. “Ik kreeg toen een toestel van mijn vader. Hij was een enthousiaste hobbyfotograaf. Ik ben dol op het fotograferen van natuur. Als klein meisje zat ik in de buurt van onze woning aan de s’-Gravenweg in mijn eentje aan de rand van een weiland foto’s te maken. Door beelden leer je de natuur kennen én waarderen. Het geeft ook rust.” 

Terug naar Capelle. “Waar een goede sportfoto aan moet voldoen? In de eerste plaats is scherp beeld natuurlijk belangrijk, maar wat zeker ook telt is dat zo’n fotoreeks het verhaal van de wedstrijd vertelt. Als dat gelukt is dan geeft me dat een voldaan gevoel.” Op de vraag wat haar mooiste ‘Capelle-foto’ tot nu toe is, aarzelt Annemiek van Dillen even. “Dat is een lastige, ik weet het eigenlijk niet. Misschien de reportage van een trainingskamp in Duitsland van het JO-15 team. Zo’n veld met op de achtergrond bergen, een strakblauwe lucht en die jonge jongens die heel gedreven bezig zijn met voetbal; dat leverde een fotoboek op waar ik best trots op was.” Bij het eerste elftal is Adair Veiga Lopes - vanuit fotogeniek standpunt - één van haar favoriete spelers. “Een heel energieke, beweeglijke en superfitte voetballer. Hij is een tijd geblesseerd geweest, maar op aansprekende wijze teruggekeerd in het elftal. Uit bij Smitshoek scoorde hij meteen twee keer. Dat was genieten.”

Nu het toch over Capelle’s hoofdmacht gaat: hoe ziet Annemiek van Dillen het seizoen eindigen voor de mannen van trainer Roy Brinkman? “Ik ben optimistisch gestemd,” zegt ze. “Ik sluit zeker niet uit dat ze de achterstand op koploper Kloetinge nog gaan rechttrekken en kampioen worden. Zeker na de 0-4 uitoverwinning bij een sterke tegenstander als Smitshoek is dat positieve gevoel gegroeid.” Een heel verschil met eerder dit seizoen toen Capelle uiterst moeizaam presteerde en in niets leek op een titelkandidaat. “Dat kostte toenmalig trainer Ralph Kalkman de kop, al vond ik niet dat je alles op zijn conto kon schrijven.” zegt Annemiek. “Duidelijk is echter ook dat het daarna veel beter is gegaan met het team. De periodetitel is er een tastbaar bewijs van. En wie weet pakken ze de hoofdprijs ook. Dat zou geweldig zijn, toch?!”

Jan Timmer