Van Marja Vos
Algemeen
38
keer gelezen
De IJssel en Lekstreek bestaat 90 jaar. En wie jarig is trakteert: alle lezers van de Ijssel en Lekstreek krijgen de unieke kans om hun eigen verhaal in te sturen. Een verhaal over vroeger, je huwelijksfeest, je eerste schooldag, zwemmen in de IJssel of Lek, slootje springen of die anekdote die opa keer op keer vertelde.
We hebben het eerste verhaal binnen! Het is van schrijfster Marja Vos:
Mijn opa van moeders kant was meubelmaker. Hij was een prima vakman die zijn opleiding kreeg van ene Doris, bij wie hij jaren werkte.
Als kind kwam ik altijd graag in het schuurtje achterin de tuin, waar opa werkte. Een zwarte potkachel zorgde ervoor, dat het hier lekker warm was. Op de kachel stond een pot lijm. Het rook hier zo lekker. Het was hier zo gezellig. Als ik tot op de dag van vandaag in een werkplaats kom waar hout verwerkt wordt, dan brengt de lekkere houtlucht me altijd direct in gedachten terug naar mijn opa.
Toen opa jong en nog in de leer was, verdiende hij niet veel. Als er wat viel bij te verdienen of er was ergens een flinke fooi te krijgen, dan was hij erbij.
In die tijd was het ook het werk van de meubelmaker om doodskisten voor gestorvenen te maken. Doris werd dan opgeroepen om de maten te nemen en zo snel mogelijk moest er dan een kist worden gemaakt. Het andere werk moest maar blijven liggen.
Voor het maken van een doodskist stond een bedrag vast. Het hing van de houtsoort en de bewerkelijkheid af wat de kist kostte. Het was niet de gewoonte dat de meubelmaker fooi kreeg. Zijn knecht echter, kreeg die altijd wel. Om Jan, mijn opa, te helpen, nam Doris hem altijd me om de maten te nemen. Jan kreeg dan een fooi.
Groot was de opwinding toen de pastoor van de Katholieke kerk stierf. Doris werd geroepen en Jan moest natuurlijk mee. Zo’n dooie pastoor zou wel heel wat opleveren. De twee mannen hadden in het geniep al voorpret.
En ja hoor, deze klus leverde opa mooi twee gulden vijftig op.
Marja Vos
Schoonhoven.