HVC schrijft boek over steenplaatsen
Algemeen
45
keer gelezen
Capelle - Dat er grote steenplaatsen aan de IJssel hebben gestaan, daar is weinig van terug te zien. Het kunstwerk achter de gemeentewerf doet nog het meest herinneren aan deze geschiedenis. De Historische Vereniging Capelle brengt nu het boek ‘De steenplaatsen van Capelle aan den IJssel’ uit.
Door Margriet van Dam
Het boek is geschreven door vier schrijvers: Suus Boef, Hans Bolkestein, Henk Oldenhof en Paul Weyling. “Wij hadden met onze groep een tentoonstelling over de steenplaatsen ingericht in het Dief- en Duifhuisje”, vertelt Weyling. “We hadden nog meer materiaal dat we niet meer kwijt konden en daarvan hebben we een boekje gemaakt. Die geschiedenis van alleen alle Capelse steenplaatsen was nog nooit op deze manier beschreven.” In het boek wordt de historie per steenplaats beschreven en vooral het hoofdstuk over de arbeidsomstandigheden is volgens de schrijvers een belangrijk onderdeel. “Ook kinderen en vrouwen werkten hard”, legt Boef uit. Zij verdiepte zich hierin en legde de onderste steen boven. “Eind negentiende eeuw is er zelfs een parlementaire enquête geweest vanwege de misstanden die plaatsvonden. Mensen werden afgebeuld. Vader moest het hele gezin meenemen naar het werk.” “Het was een pre als je veel dochters had”, voegt Bolkestein toe. “Die konden goed werken en werden laag betaald.” “Mijn oma heeft zelf steentjes gekruid”, zegt Weyling. “Ze zei weleens ‘Je stinkt als een steenoven!’. Ze was niet blij met haar baas.”
In Capelle waren drie grote bloeiende steenplaatsen: Kouwenhoek, De Oude Plaats en die in de Zeeheldenbuurt. Kalkrijp slib zorgde voor de gele kleur van de ijsselsteentjes die in de ovens van deze plaatsen werden gebakken. Boef: “Rond de Dorpskerk op straat zie je ze nog liggen en de bestrating rond de Grote Kerk in Dordrecht is ook helemaal van ijsselsteentjes.”
Snuffelen in het archief verliep voor de schrijvers moeizaam. Het Capelse archief zit niet meer in Rotterdam, maar in Nijverdal. Weyling: “Als we jaren geleden geen materiaal hadden kunnen verzamelen, was dit boek er niet geweest.”