Ingezonden: ‘Havenziekenhuis, vertrouwd, dichtbij en voorbij’
Algemeen
41
keer gelezen
Capelle - Capellenaar Bas van Holst vindt dat het sluiten van het Havenziekenhuis maatschappelijk gezien een groot verlies is. Hij stuurt hierover een ingezonden bericht naar de IJssel en Lekstreek.
‘In wat op een advertorial lijkt laat de Havenpolikliniek ons in de IJssel en Lekstreek van 29 november jl. doen geloven dat deze volop draait en dat medewerkers en patiënten hun weg weer hebben gevonden en de samenwerking met de partnerziekenhuizen goed verloopt. Artsen weten elkaar te vinden voor overleg over patiënten en de lijnen en wachttijden zijn kort, wordt er onder andere vermeld. Hoewel veel medewerkers van de Havenpolikliniek vaak dezelfde zijn als voorheen dragen ze nu de dienstkleding van het ziekenhuis waar ze nu in dienst zijn, na de sluiting van het Havenziekenhuis. Het moet op wat bedrijfskleding na als oud en vertrouwd klinken maar in werkelijkheid is de Havenpolikliniek niet meer dan een verzamelgebouw van buitenpoliklinieken van meerdere ziekenhuizen in de regio, zoals we deze ook in Krimpen aan den IJssel kenden. Voor operaties of opnames kan men op het Haringvliet niet meer terecht, daarvoor moet de patiënt naar een partnerziekenhuis waar de arts in dienst is, van Erasmus MC tot Maasstad Ziekenhuis. Ook de Spoed Eisende Hulp is gesloten. Wat de deelnemende ziekenhuizen op het Haringvliet bindt is een gedeeld gebouw, patiënten moeten zich laten inschrijven in de afzonderlijke ziekenhuizen naargelang waar de arts/specialist nu in dienst is. Dat kan voor sommige patiënten inhouden dat ze in meerdere ziekenhuizen patiëntendossiers krijgen. Zo kan het gebeuren dat een specialist in de Havenpolikliniek van bijvoorbeeld het Sint Franciscus niet bij de gegevens kan van zijn collega in de kamer ernaast, omdat deze voor een ander ziekenhuis werkt. Geen toegang tot het patiëntendossiers en vaak ook een ander registratiesysteem. Dat de wachttijden kort zijn valt ook te bezien, in het AD valt deze week te lezen dat de wachttijden in de zogenoemde partnerziekenhuizen zijn opgelopen, mede als gevolg van het toch nog snel wegvallen van de capaciteit in het voormalige Havenziekenhuis. Als voorbeeld wordt gewezen op de cardiologen. Geen wonder, de meeste cardiologen van het Havenziekenhuis hebben hun heil elders gezocht. Het wachten is op andere specialisten om het voorbeeld te volgen. De conclusie dringt zich op dat het sluiten van het Havenziekenhuis door het betrokkenen management veel te positief over het voetlicht wordt gebracht, bedrijfseconomisch mogelijk verklaarbaar, maar maatschappelijk gezien een groot verlies waar geen rekening mee is gehouden. Huisartsen en (potentiële) patiënten, ten oosten van Rotterdam, ofwel de lezers van de IJssel en Lekstreek, moeten bedenken dat het Havenziekenhuis geen ziekenhuis meer is en dat voor zorg dichtbij, het meest dichtbij gelegen ziekenhuis IJsselland Ziekenhuis is. Nu maar hopen dat hier de capaciteit snel wordt uitgebreid.’