Toos Cabaret uit Capelle breide meer dan 100 poppenjurkjes
Algemeen
34
keer gelezen
Capelle - Elly Cabaret heeft een brief geschreven over haar schoonmoeder Toos Cabaret uit Capelle, die onlangs is overleden.
‘Mijn schoonmoeder is op 9-6-2018 op 93-jarige leeftijd d.m.v. euthanasie ingeslapen. Zij was ‘n hele lieve sterkte vrouw die zelden ziek was. Met haar rollator liep ze menig oudere voorbij. Begin februari kreeg ze de diagnose asbestlongkanker, met ‘n verwachte levensduur van 2 a 3 maanden. Ruim 5 jaar geleden is zij begonnen met het breien van poppenkleertjes voor haar achterkleindochter. Toen die voldoende kleertjes voor haar poppen had kon mijn schoonmoeder niet meer stoppen. Ze was altijd op zoek naar wol. Ze heeft meer dan 100 jurkjes gebreid, en toen het “loomen” ‘n nieuwe rage werd, kocht ze daar ook spulletjes van, en maakte er ‘n ceintuurtje van in ‘n leuke afstekende kleur. Ongeveer 4 jaar geleden begon zij met het weggeven van de jurkjes. Eerst aan kinderdagverblijven en scholen in de buurt, maar later ook aan het Ronald McDonaldhuis in Rotterdam en de Stichting Pallieter in Capelle aan den IJssel. Iedereen die de jurkjes zag was erg enthousiast. Het Ronald McDonaldhuis heeft toen zelfs nog ‘n berichtje op Facebook gezet. Er belanden zelfs ook jurkjes in Winterswijk die haar buurvrouwen daar brachten.
In de laatste maanden van haar leven kreeg ze het door haar ziekte steeds benauwder. Toch bleef ze nog doorbreien, maar het ging niet meer zo snel. De dag voordat de euthanasie plaatsvond, heb ik haar moeten beloven dat de poppenjurkjes ‘n goed tehuis zouden krijgen. Het waren er zeker nog ‘n stuk of 60. Op haar verzoek heb ik na haar overlijden weer contact gezocht met het Ronald McDonaldhuis en de Stichting Pallieter. Beiden wilde de jurkjes graag weer hebben. Mevrouw Lander van Pallieter heeft ervoor gezorgd dat de jurkjes zelfs op 4 verschillende afdelingen terecht kwamen. Ook heb ik 2 kleine meisjes uit de buurt jurkjes laten uitzoeken. Ik denk dat mijn schoonmoeder trots geweest zou zijn als zij wist dat er zoveel kinderen blij zijn met haar jurkjes. Zij was iemand die je nooit hoorde klagen en eigenlijk nooit chagrijnig was. Je kreeg haar snel aan het lachen. Ze was ‘n prachtvrouw. Wij missen haar heel erg.’