Knuffelen met de huisdieren van d’Amandelhof
Algemeen
36
keer gelezen
Capelle - Sinds kort woont er op de afdeling Kleinschalig Wonen van Woonzorgcentrum d’Amandelhof een hondje. Het is een heel grappig beestje. Lief, klein, lichtbruin met een heerlijk zachte vacht. De bewoners hebben hem graag op schoot.
Het hondje (een naam heeft hij nog niet) is niet echt, maar een robothond, speciaal ontwikkeld voor de ouderenzorg. Hij is een ideaal gezelschapsdier voor mensen met dementie. Hij voelt heerlijk zacht en ziet er levensecht uit. Hij draait met z’n kop, kwispelt met zijn staartje, knippert met z’n oogjes en laat regelmatig een zacht gekef horen.
De inzet van een robotdier kan een mooie manier zijn om bewoners met dementie te kalmeren, te troosten of te activeren. Sommige mensen met dementie worden rustiger als ze dieren kunnen knuffelen of aaien. Die rust komt dan ten goede aan de hele groep.
Als bewoners zelf huisdieren hebben gehad, roept het contact met de robotdieren vaak herinneringen op. Daarnaast activeren ze de bewoners, die zelf vaak weinig initiatief meer nemen. Ze worden even uit hun apathie gehaald en maken weer contact met hun omgeving. Er wordt geaaid, geknuffeld en gepraat.
‘De bewoners vinden hem echt heel leuk’ vertelt Lisette van den Dool, eerst verantwoordelijke verzorgende op Kleinschalig Wonen. ‘Sommige bewoners weten dat het hondje niet echt is, maar anderen behandelen hem, door zijn levensechte uitstraling en zachte gekef, als een echte hond. Het hondje heeft ook een kalmerend effect als bewoners onrustig zijn.’
Lotje op dagbestedingsgroep ‘Het Hofje’
Op dagbestedingsgroep ‘Het Hofje’ woont al een tijdje Lotje, een heerlijk zachte poes. Een hele echte nepperd. Lotje beweegt met haar kopje en haar oortjes, knippert met haar oogjes, miauwt en ligt heerlijk te spinnen als ze wordt geaaid. Juist doordat ze reageert op wat je doet, lijkt de poes zo echt. Een van de bewoners had vroeger een poes die Lotje heette. Dus werd de robotpoes Lotje genoemd.
‘Lotje hoort er voor de bewoners inmiddels helemaal bij,’ vertelt Lisanne van Rees, welzijnscoach. ‘Ze is er altijd. Eigenlijk zouden we nog een poes moeten aanschaffen om ‘ruzie’ te voorkomen. Als we de poes weghalen bij een bewoner, merk je de onrust. De aanwezigheid van de poes doet dus echt wel iets met de bewoners. Dieren maken iets los. Pas had een collega haar eigen poes meegenomen. Dat vond iedereen leuk.’
Door de aanwezigheid van Lotje komen er soms ook herinneringen boven. ‘Het geeft regelmatig een ingang voor een gesprek,’ is de ervaring van Lisanne. ‘Pas vertelde een bewoner dat er in de oorlog bij hen thuis een hond kwam aangelopen waar ze voor gezorgd hebben. Het is mooi om zo wat dieper contact te hebben met een bewoner.’
Lotje knort maar eens en geeft ons een vriendelijke knipoog.