Column Cor Hulsbus: Songfestivaltoerist Capelle
Algemeen
37
keer gelezen
Capelle - Björn en Bennie zitten met hun laptop op tafel klaar om de laatste kaarten voor het songfestival te bemachtigen. Op de bovenzijde prijkt een geel briefje. Niet vergeten, Ineke Wink feliciteren. “O nee he, weer vergeten”, baalt Björn zictbaar. “Normaliter gebruik ik deze laptop elke dag maar het is nu vakantie”. “Ja, je weet het. Waar het woordje niet voor staat, onthoud je het laatste deel. Dus vergeten in dit geval.” Beide mannen turen naar hun scherm waar de verkoop is begonnen. Na 20 minuten in opperste spanning te hebben gezeten, komt daar het verlossende bericht. Er zijn nog kaarten beschikbaar. Snel vullen de vrienden alle gegevens in van hun vrouw en kinderen. Ziezo, dat is gebeurd. Nu een hotel zoeken en kijken hoe de extra vakantieweek leuk kan worden ingevuld. “Kijk, een hotel net buiten Rotterdam. Capelle aan den IJssel. Laten we die nemen”. Zo gezegd zo gedaan. Even later zijn de mannen op het wereldwijde web op zoek naar een zinvolle invulling van hun dagen. Bezienswaardigheden in Capelle wordt ingetikt. Hmmm, dat is geen uitgebreide lijst. Al snel verschijnen highlights als De Rotte, Nieuwe Maas en Dief- en Duifhuisje. “Kijk, wat leuk, het kleinste museum van Nederland”. De mannen zoeken verder. Op Tripadvsor verschijnt een top negen. Dat is veelbelovend. Isala Theater, Schollebos, Kinderboerderij Klaverweide, Glowgolf Capelle/Rotterdam, Escape Mission, Golf & Country Club Capelle, Skate Fever en Bounce Valley. “Tsja, daar kunnen we niet veel mee. Alles is dicht. Er is niet echt veel te doen daar in dat Capelle”, merkt Bennie teleurgesteld op. Even later leest hij zich verder in en komt tot de ontdekking dat Capelle eigenlijk als een soort buitenwijk van Rotterdam wordt gezien en de mensen daar vooral slapen en elders werken. Beiden werken in de marketing en hun handen jeuken en hun gedachten slaan al snel op hol. “Kijk, die burgemeester Peter Oskam is een oud profscheidsrechter. Die man kent de wereld. Zullen we hem eens benaderen en een aanbod doen om zijn gemeente eens goed te promoten. Want elk dorp of stadje wil toch graag veel toeristen ontvangen? Of niet soms?”