Wat zijn nu eigenlijk niet-essentiële winkels?
Algemeen
59
keer gelezen
Regio - De afgelopen dagen gaan er berichten rond? dat ‘niet-essentiële’ winkels waarschijnlijk de deuren moeten sluiten om het stijgende aantal coronabesmettingen tegen te gaan. Vanavond om 19.00 uur geeft premier Rutte een persconferentie over de nieuwe, strengere coronamaatregelen. Maar wat betekent dat eigenlijk, ‘niet-essentiële winkels’?
Een niet-essentiële winkel verkoopt geen levensmiddelen. Dus geen eten of andere eerste levensbehoeften zoals medicijnen, toiletpapier, schoonmaakartikelen en dierenvoer. Bijvoorbeeld kledingwinkels, tuincentra en bouwmarkten zijn geen essentiële winkels. Supermarkten, drogisterijen, apotheken en banken wel. Welke zaken er daadwerkelijk open mogen blijven, weten we pas na de persconferentie.
De Raad Nederlandse Detailhandel (RND) geeft op de website aan begrip te hebben voor verdere maatregelen, maar denkt niet dat het sluiten van winkels een oplossing is, omdat er geen tekenen zijn dat veel mensen besmet raken in winkels. Maar mocht het toch van sluiting komen, dan raden zij aan om de volgende winkels wel open te houden:
- levensmiddelen in de meest brede zin voor mens én dier (supermarkt, ambachtelijke voedingsspeciaalzaken en dierspeciaalzaken voor grote én kleine huisdieren);
- winkels gekoppeld aan (zelf)zorg/medicijnen, zoals drogisterijen, apotheken en optiek/audicien;
- alle pakketafhaalpunten, postagentschappen, bankfilialen, krantenkiosken;
- winkels waar je terechtkunt voor ‘acute noodzakelijke zaken voor reparatie’ en toeleveranciers zijn voor de bouw, zoals de Doe-het-Zelf.
- net als hun collega’s van elektronica (koelkast, diepvries, router, printer, telefoon) die zorgen voor de noodzakelijke uitrusting van thuiswerkplekken én thuisschoolplekken;
- de kerstbomenverkoop;
- ‘Verder blijven wij wijzen op het belang van non-food huishoudspeciaalzaken/warenhuizen die naast voeding en diervoeding ook veel essentiële producten verkopen voor persoonlijke verzorging/hygiëne, baby-spullen en huishoudartikelen en in stadscentra daardoor de functie van supermarkten ontlasten. Supermarkten gaven eerder al aan het maar moeilijk aan te kunnen waardoor op hun verzoek de zelfbedieningsgroothandels zijn opengesteld.’